Voor mij zijn de blauwbloezen het summun van een mix tussen mooie verhalen en geschiedenis.
De reeks begon met cartoonachtige gags getekend door de te vroeg overleden Louis Salverius waar we een regime Noordelijke soldaten zagen in een fort. Een blaaskaak van een sergeant (Chesterfield) had altijd mot met de slimme maar opstandige koproraal (Blutch), de overige soldaten (Tripps, Bryan, Zilverveer) schipperden qua loyaliteit daar een beetje tussen en de garnizoenscommandant had het er altijd maar moeilijk mee.
De karakters slaan aan en al gauw komen er grote verhalen, waarbij ze in het begin nog het fort van Kolonel Appletown als thuisbasis hebben. Al gauw worden Chesterfield en Blutch de hoofdpersonen en verdwijnen de andere karakters samen met het het fort naar de achtergrond. De frontlinies duiken op samen met een hele reeks aan nieuwe karakters zoals de altijd aanvallende Stark, de limonade-drinkende Stillman, Generaal Alexander en de vaak terugkerende zuidelijke soldaat Kakkerlak. Tijdens het tekenen van het 4e album, Outlaw, overlijdt Louis Salvérius, het album was voor de helft klaar. Willy Lambil nam de tekenpen over, de scenarios bleven van Raoul Cauvin.
Na de gags en kwinkslagen komen vanaf het 7e album steeds vaker historische feiten aan het bod, hiermee is wel te zien dat de tijdlijn van onze helden niet helemaal correct loopt. In het 7e album komen ze namelijk aan boord van een marine-schip de Davidley tegen, een duikboot van de zuidelijken, die duikboot speelt in het latere album De David een grote rol.
Een heel leuk en mooi document is te vinden op de site van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, in 2010 maakten Jorine Theune en Nadieh Wattel een mooi werkstuk getiteld, De blauwen worden getoetst. Je kunt het vinden op de volgende site blauwbloezen (knawonderwijsprijs.nl). Het document spitst zich toe op de relatie van de strips tot de Amerikaanse burgeroorlog.